This site will look much better in a browser that supports web standards, but it is accessible to any browser or Internet device.


 


je schrijft omdat je wat wilt zeggen
workshops voor docenten
de springprocessie
concrete gegevens


 

Drie voorbeelden uit een les

Mijn studenten vinden het moeilijk om hun lezer te verleiden.
Zo zeggen ze in een reclametekst:
‘Dit product is van de allerbeste kwaliteit!’
Dat zegt erg weinig. Als ze willen verkopen,
moeten ze eerst goed weten hoe iets voelt.
Dat geeft hen woorden die werken.
Dus zeg ik:
‘Denk aan een ding dat belangrijk voor je is: je mobiel, je tas, je vader...  
Beschrijf een concreet moment waarop je het gebruikt.
Wat doe je precies? Hoe werkt het? Hoe voelt het?
Wat kun je niet meer als je het ding verliest? En wat voel je dan?’

Mijn studenten zijn geneigd om boude beweringen te doen.
Zo zeggen ze in een betoog:
‘Dit is gewoon belachelijk!’
Als ze willen overtuigen, moeten ze kunnen zeggen
wat er nou precies zo stom is.
Dat maakt hen sterk en geeft hun overtuigingskracht.
Dus zeg ik:
‘Schrijf tien minuten lang alles op wat er in je opkomt bij die bewering.’

Mijn studenten vinden het moeilijk om het belang van de lezer
in evenwicht te brengen met hun eigen belang.
Zo zeggen ze in een klachtenbrief:
‘Wie denkt u wel dat u bent!’
En gooien ze hun eigen ruiten in.
Dus zeg ik:
‘Schrijf eerst overdreven brutaal,
dan overdreven slijmerig
en zoek dan de gulden middenweg.’